Vanuit de Cameron Highlands ging onze reis per auto verder. We reden naar het eiland ten westen van Maleisië: Penang. Hier verbleven we in de stad Georgetown. Het eiland is bereikbaar door middel van een lange brug waar we met de auto overheen reden. We gingen er zelfs twee keer overheen door een verkeerde route... Maar uiteindelijk kwamen we aan bij ons hotel 'Noordin Mews'. Ze waren er super gastvrij. Het hotel had een prachtige inrichting en een zwembad. In de kamers stonden zelfs spulletjes die vroeger in dit oude warenhuis te koop waren. We namen natuurlijk meteen een duik in het water.
Die avond gingen we eten in een straat vlakbij. Overal stonden kraampjes waar mensen eten aan het bereiden waren. Achter de fornuizen was een zitgedeelte dat mij een beetje deed denken aan een grote kantine. We hadden allerlei noedels besteld om te proberen en ik genoot van het aparte sfeertje dat er hing.
De volgende dag gingen we naar de meest toeristische attractie van heel het eiland: Penang Hill. Na heel lang te hebben gewacht in de rij konden we daar met een wagentje de heuvel op. Het uitzicht was spectaculair, maar verder was er helaas niet veel leuks te doen (zonder nog meer te hoeven betalen...) Dus gingen we wat eten! Op de eerste verdieping stonden allemaal food courts waar ze van alles verkochten. Loempia's, samosa's, saté... De verdieping er onder had allerlei kraampjes met smoothies. Daar aten en dronken we wat voordat we terug naar beneden gingen. De rij terug was nog langer dan die naar boven, en dus duurde het een tijdje voordat we beneden waren.
's Middags bezochten we de Kek Lok Si tempel waar een onwijs groot standbeeld van Boeddha voor staat. Daar liepen we rond en hingen er ook een lintje op voor geluk.
Om de hitte te vermijden moesten we vroeg uit de veren de volgende dag. Van het hotel kregen we een ontbijtpakketje mee. Met een busje reden we naar het platteland van Penang. Daar stond een fietstocht op de planning!
We stopten als eerst bij een Maleisisch vissersdorpje. Daar heb ik bijna alle katten die we tegenkwamen op de foto gezet. Overal waar je keek was wel een kat te zien. En ze waren totaal niet bang. Ik vond het onwijs jammer dat ik ze niet kon aaien (om ziekte te voorkomen), maar het was wel leuk om dit vissers/kattendorpje te bezoeken.
Ook bezochten we een Chinees dorpje, waar we door de straten heen liepen en een tempeltje binnen gingen. Overal in de straat stonden altaartjes. De gids vertelde dat er vooral veel kinderen en ouderen woonden, omdat de ouders naar de stad gingen om geld te verdienen. Opa's en oma's zorgen hier dus voor hun kleinkinderen.
De fietstocht was prachtig door het zachte ochtendlicht van de zon. En de palmbomen waar we onderdoor reden gaven me een tropisch gevoel (maar dat kon ook de hitte zijn...). Onze laatste stop was bij een boerderijtje. Hier hielden ze geiten en hadden ze wederom katten. Er stonden papayabomen, durianbomen en een nootmuskaatboom waar een slang in zat. Rond 10.30 eindigde de fietstocht en werden we met het busje weer teruggebracht naar het hotel.
Om 15.00 gingen we Georgetown verkennen! Deze stad staat bekend om de Street Art die te vinden is op verschillende plekjes. Hier wilde ik heel graag heen en het was ontzettend leuk! We stopten tussendoor nog even bij het China Art House om 1 van de 50 taarten die ze daar hebben te proeven. Ik at een nutella bananabread. We zaten met zijn tienen in een schattig donker hoekje van de zaak.
Na de taart op te hebben gesmikkeld zochten we nog de twee laatste muurschilderingen. Twee kindjes op de schommel en het jongetje op de stoel. Daarna bezochten we de haven, waar je over vlonders naar de zee kunt lopen. We sloten de dag af door nog even te shoppen in het winkelcentrum en aten met stokjes in een Chinees restaurantje in onze straat.
De volgende ochtend vertrokken we naar het regenwoud in Belum. Daar overnachtten we één nachtje in het hotel. Die dag daarna zouden we met de zogenaamde houseboat vertrekken. Deze boot met slaapkamers bracht ons door de jungle. Vanaf hier maakten we tripjes met kleinere bootjes. De eerste middag deden we een jungle trail naar een waterval. Dit was een lastige tocht door de glibberige stenen en ik ben ook een keer gevallen, maar de weg terug ging al wat soepeler. Onderweg terug naar de houseboat raakte de benzine op van de boot. Terwijl deze werd bijgevuld lagen we stil op de rivier en zagen we de zon ondergaan. Het was een prachtig gezicht. Eenmaal terug doken we het water in en konden we rond de boot nog even kayakken.
Na een onrustige nacht slapen moesten we allemaal om half zeven opstaan. Er stond weer een jungle trail op de planning. Onze gids vertelde een hoop over de planten in de jungle en de genezende krachten die ze hadden. Ik verbaasde me over hoe veel hij wist te vertellen en dat hij al die planten herkende. Vervolgens gingen we een ander stuk van de jungle in, waar ons op het einde een duik in het water te wachten stond bij een waterval. Het was koud, maar heerlijk. En er zaten heel veel visjes in het water! Toen we uitgezwommen waren keerde de houseboat terug aan land en vervolgden we onze reis met de auto naar de oostkust van Maleisië.
liefs,
No comments :
Post a Comment
thank you for visiting my blog! & it's so sweet of you to leave a message!